Uitspraken van de rechter en geschillenbeslechter over domeinnamen waarbij het handelsnaamrecht een rol speelt.
Na onderzoek door het panel blijkt dat Eiser recht heeft op de Handelsnaam. Verweerder heeft, gelet op het aangevoerde bewijs door Eiser, de Domeinnaam te kwader trouw geregistreerd en gebruikt. De Domeinnaam is geregistreerd enkel voor commercieel gewin.
Verweerder laat na om de opdrachten van Eiser te volbrengen. Eiser beëindigt de overeenkomst. Hierdoor heeft Verweerder geen legitiem belang bij het behoud van de Domeinnaam. Tevens gebruikt Verweerder hierdoor de Domeinnaam te kwader trouw.
Verweerder heeft de Domeinnaam geregistreerd en gebruikt om internetgebruikers van Eiser naar zijn website te lokken voor commercieel gewin. Tevens is al eerder geoordeeld dat Verweerder te kwader trouw Domeinnamen registreert, enkel om een onderhandelingspositie te verkrijgen bij de verkoop van een Domeinnaam. De registratie en gebruik van de Domeinnaam in kwestie is aldus te kwader trouw.
Voorlopig is er sprake van verwarringsgevaar, zo oordeelt de voorzieningenrechter. De vordering van Eiser met betrekking tot de overdracht van de Domeinnaam wordt echter afgewezen, de vordering leent zich niet immers voor kortgeding. Het subsidiair gevorderde, het offline halen van de website, wordt toegewezen.
De betreffende domeinnamen zijn gekoppeld aan een website waarop de handelsnaam en de merken van eiser worden weergegeven. Het e-mailadres van eiser wordt weergegeven onder de contactgegevens op de website en bovendien wordt het e-mailadres gebruikt door verweerder om zich voor te doen als eiser. Daarnaast zijn de domeinnamen betrokken bij oplichtingsactiviteiten en zijn zij opgenomen op een zwarte lijst. Kortom, registratie en gebruik te kwader trouw van de betreffende domeinnamen.
Het ligt voor de hand dat verweerder als IT-bedrijf de domeinnaam voor eiser heeft geregistreerd zonder dienovereenkomstige tenaamstelling. Verweerder is echter vervolgens failliet gegaan, maar zij heeft toestemming gegeven voor een overdracht van de domeinnaam. Gezien de gegeven toestemming kan de Geschillenbeslechter uitvoering geven aan de verzochte vordering, zonder de zaak verder inhoudelijk te bespreken.
Verzoekster en Verweerder voeren een vergelijkbare handelsnaam. De kantonrechter is van oordeel dat de omstandigheden leiden tot de conclusie dat er bij het publiek verwarring ontstaat. De kantonrechter oordeelt dat Verweerders hun handelsnaam en hun domeinnaam zodanig moeten wijzigen dat daarin niet meer de combinatie voorkomt van de woorden Zonnestraal en Thuiszorg.
Eiseres en Gedaagde hebben vergelijkbare domeinnamen. Eiseres vordert overdracht van de domeinnamen van Gedaagde. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat beiden gebruik maken van beschrijvende domeinnamen, zodat het gebruik van dergelijke aanduidingen, ook indien gevaar voor verwarring ontstaat, alleen onrechtmatig is indien bijkomende omstandigheden dat met zich meebrengen. Volgens de voorzieningenrechter is daarvan in het onderhavige geval geen sprake.
Gedaagde heeft een domeinnaam gekocht van een derde voor een bedrag van € 1.100, -. Echter, de voorzieningenrechter is van oordeel dat de gebruikmaking van deze domeinnaam onrechtmatig is jegens Eiser. De omstandigheid dat deze domeinnaam al sinds 1999 is geregistreerd, maakt dat niet anders. Vorderingen van Eiser worden toegewezen en de betwiste domeinnaam zal worden overdragen, tegen een vergoeding van € 1.100,-. Een overdracht om niet ligt niet in de rede, nu voldoende vaststaat dat Gedaagde dat bedrag destijds aan een zogenoemde ‘domainname grabber’ heeft betaald ter verkrijging van deze domeinnaam.
De domeinnaam bestaat uit het merk van Eiser met daaraan de toevoeging ‘’en’’, waardoor het zelfstandig naamwoord ‘’easyswitch’’ verandert in het werkwoord ‘’easyswitchen’’. De Geschillenbeslechter acht de domeinnaam verwarringwekkend overeenstemmend met het merk en de handelsnaam van Eiser. Het feit dat Verweerder's B.V. meerdere domeinnamen heeft die beginnen met ‘’easy’’ gevolgd door een (beschrijvende) aanduiding zorgt niet voor een recht op of legitiem belang. Bovendien stelt de Geschillenrechter vast dat, gezien de mate van bekendheid van Eiser en het feit dat de diensten van Verweerder en Eiser in dezelfde economische sector vallen, Verweerder bekend was of bekend had moeten zijn met Eiser.