Gedaagde is de domeinnaam ter aanduiding van een samenwerking blijven gebruiken, ook na beëindiging van de samenwerking. Eiser dagvaardt echter het verkeerde bedrijf van Gedaagde. Vorderingen worden afgewezen.
Eisers zijn [X] B.V. en [X]. Eisers voeren een onderneming die zich bezighoudt met de handel in en onderhoud aan brommers, scooters en fietsen. Eiser [X] is bestuurder van [X] B.V. Eiser drijft haar onderneming onder de handelsnaam <X> en zij maakt gebruik van een logo.
Gedaagde is [Y] B.V. Gedaagde legt zich toe op activiteiten op het gebied van logistiek. In april 2018 hebben Eiser en Gedaagde gesproken over een samenwerking. De samenwerking was gericht op de verhuur van scooters. Gedaagde heeft op enig moment <naam> als handelsnaam ingeschreven en <www.naam.nl> (hierna: Domeinnaam) als domeinnaam geregistreerd voor hun website.
Na de beëindiging van de samenwerking bleef de website onder de Domeinnaam actief, zonder de betrokkenheid van Eisers. Eisers vorderen het gebruik van de handelsnaam <naam>, de Domeinnaam en het e-mailadres te verwijderen en verwijderd te houden. Gedaagde beweert echter rechtmatig eigenaar te zijn van de handelsnaam en de Domeinnaam nu zij dit heeft geregistreerd onder [Bedrijfsnaam 1] en Eiser [Bedrijfsnaam 2] heeft gedagvaard.
De voorzieningenrechter oordeelt dat Gedaagde onweersproken heeft gesteld dat zij niet de exploitant is van de website en evenmin degene die de activiteiten onder de handelsnaam van Eiser exploiteert. Eisers hadden dit kunnen controleren door het handelsregister van de Kamer van Koophandel te raadplegen. Daaruit blijkt immers dat een ander bedrijf van Gedaagde de handelsnaam en Domeinnaam heeft ingeschreven, namelijk [Bedrijfsnaam 1]. Nu Eiser de verkeerde partij heeft gedagvaard komt de voorzieningenrechter niet toe aan de inhoudelijke beoordeling van de vorderingen. De vorderingen van Eiser worden dan ook afgewezen.